Hoe krijgen we meer leefbaar-inkomen-producten in de supermarkt?
Op Wereldvoedseldag keken we met het Living Wage & Income Lab naar strategieën van retailers om leefbare lonen en inkomens te waarborgen. In levendige discussies, met inzichten van Superunie, Colruyt en Impact Institute verdiepten we ons in duurzaamheidsbeloftes, coalities en belangrijke lessen.
Jullie vroegen en wij hebben geluisterd. In eerdere sessies van het Living Wage & Income Lab onderzochten we onderwerpen variërend van impactmeting en duurzame productmarketing tot strategieën voor het vormen van efficiënte partnerschappen. Maar steeds doemde diezelfde vraag op: wat is de rol van retailers in deze gesprekken? In een nieuwe sessie hebben we retailers daarom het podium gegeven. Daarbij lag de nadruk op een cruciaal aspect: prijsstrategieën.
Centraal stond de rol van prijsverhogingen aan het einde van de keten in het realiseren van een leefbaar inkomen voor boeren. Kyra Weers van Superunie, Karen Janssens van Colruyt en Andrea Rusman van het Impact Instituut deelden waardevolle inzichten. Belangrijke bijdragen kwamen uit het publiek, van vertegenwoordigers van bedrijven als Verstegen, Fairtrade Original, Johnny Cashew en Tradin Organic. Zelfs in gesprek met de verschillende belanghebbenden waren de antwoorden – zoals verwacht – verre van eenvoudig.
Wie betaalt de rekening?
Supermarkten zijn een belangrijke schakel in de keten; ze verbinden deze met de eindconsument. Daarbij is het altijd zo geweest dat ze doorgaans gedijen door de laagst mogelijke prijzen aan te bieden – denk maar aan de notoire prijsoorlogen. De zaal vroeg: zijn consumenten bereid om meer te betalen? Kijkend naar producten als cacao, thee, cashewnoten en bananen lopen de resultaten van initiatieven voor een leefbaar inkomen nogal uiteen. In één voorbeeld leidde een lichte prijsstijging ertoe dat de verkoop van een huismerk aanvankelijk met 40% daalde, om een paar maanden later weer te herstellen. In een ander voorbeeld zorgde een meeslepend verhaal over productoorsprong voor een opmerkelijke stijging van 22% van het eerlijke marktaandeel.
Vragen over de bereidheid van de consument om meer te betalen, leidde ook tot een discussie of duurzame producten een exclusieve optie in de schappen moeten blijven. En nog belangrijker: hoe de aanstaande verplichte due diligence op EU-niveau nu al van invloed is op de gang van zaken. Van concrete Key Performance Indicators (KPI’s) die duurzaamheid definiëren tot modellen voor datavalidatie: we onderzochten hoe complex het definiëren van duurzaamheid eigenlijk is.
Wat is je onderhandelingskracht?
Omdat de inkooptak van een supermarkt kan besluiten om meer te betalen en met marges te spelen, gaven merken in de zaal aan dat hun onderhandelingsruimte kleiner is. Karen Janssens van Colruyt erkende de noodzaak voor retailers om hun verantwoordelijkheid te nemen, maar nodigde ons uit om elkaar uit te dagen. De merken van wie zij koopt, gaf ze toe, gaan ervan uit dat maar weinig supermarkten mee willen werken aan een leefbaar inkomen. “Als supermarkt zou ik kunnen stellen dat de consument ook niet bereid is om de prijs te betalen die nodig is voor een leefbaar inkomen bij de boer, en dan zouden de gesprekken daar stranden.”
In Ivoorkust werkt de Belgische supermarkt samen met Puratos en het Impact Institute om het inkomen van boeren te verhogen, waarbij nu al een verbetering van 37% wordt bereikt. Superunie werkte aan een soortgelijk project om theeplukkers een leefbaar loon te garanderen dat slechts een paar cent per speler in de waardeketen extra kost, mits deze verantwoordelijkheid goed wordt verdeeld. Dus, hoe kunnen we over de hele keten samenwerken en ervoor zorgen dat de verantwoordelijkheid niet in de schoot van één speler in de keten belandt, die dan ook nog eens alle kosten moet dragen?
Belangrijkste lessen
Uit de sessie kwamen twee belangrijke inzichten naar voren, met name rond certificeringen en veranderende regelgeving. Als geen van de huidige certificeringen garandeert dat aan nieuwe wettelijke eisen wordt voldaan, hoe gaan de inkoopsectoren van bedrijven dan om met hun zogenoemde KPI’s om duurzaamheid meetbaar te maken?
Allereerst benadrukten de deelnemers het belang van betrouwbare datapunten, ‘ground-truthing’ en een eerlijke vergoeding voor boeren die hun data delen. Nu de nieuwe wetgeving oproept tot versterkte due diligence-processen op bedrijfsniveau, is traceerbaarheid hard nodig, evenals betere modellen voor datavalidatie. Bijvoorbeeld om de oorsprong van producten te verifiëren, of ervoor te zorgen dat boeren premiebetalingen ontvangen en daarvan profiteren.
Ten tweede kwam de behoefte aan samenwerking ter sprake – ook tussen concurrenten. Het blijft een uitdaging om partners te overtuigen om deel te nemen aan samenwerkingsprojecten. Deelnemers, variërend van merken en bedrijven tot maatschappelijke organisaties en certificeerders, zoeken naar platforms die duurzame praktijken bevorderen en tegelijkertijd concurrentievoordeel garanderen voor telers, handelaren en zelfs detailhandelaren. Kyra Weerts van Superunie merkte het treffend op: retailers hebben al de juiste connecties om prijzen en marktstrategieën af te stemmen. Maar duurzaamheid zou geen punt van concurrentie moeten zijn; het is een gedeelde verantwoordelijkheid.
Laten we deze discussies bezinken, dan wordt duidelijk dat voor het transformeren van de supermarktschappen een collectieve inspanning nodig is. De reis om producten voor een leefbaar inkomen de norm te maken, hangt nog altijd af van een gedeelde inzet voor een duurzame toekomst. Met deze inzichten als leidraad bereiden we ons voor op de volgende Living Wage & Income Lab Sessie in december. Abonneer je op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven!