Zes organisaties stoppen onderhandelingen voedingsmiddelencovenant
“Wij hebben de afgelopen twee jaar ongelooflijk ons best gedaan om tot een goed voedingsmiddelenconvenant te komen. Dit is hard nodig om mensenrechten in ontwikkelingslanden, gezonde voeding voor consumenten en de zorg voor natuur en milieu te verbeteren”, zo stelt Sander de Jong, directeur Fairfood namens de zes organisaties. “Helaas is het niet gelukt om met de andere partijen tot een goed resultaat te komen. In de afgelopen week werd duidelijk dat het huidige concept geen solide basis biedt om verder te onderhandelen. Een minister, demissionair of niet, zou deze tekst niet moeten tekenen”.
Het is onacceptabel dat in het huidige voorstel enkel brancheorganisaties, en niet supermarkten of levensmiddelenbedrijven zélf het convenant ondertekenen. Daardoor weet niemand of bedrijven zich aan de afspraken gaan houden. Ook worden er geen concrete resultaten afgesproken en is er te weinig transparantie over de uitvoering van het convenant. De nieuwe minister moet de kans krijgen om het convenant zo in te richten dat individuele bedrijven zelf verantwoordelijkheid nemen. Dit is bij de andere bestaande convenanten zoals voor de banken-, goud- en textielsectoren wél het geval.
De organisaties doen in een brief aan de demissionaire minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de oproep om af te zien van het ondertekenen van dit convenant met de brancheorganisaties. Nu de steun vanuit zoveel organisaties ontbreekt, is het aan de volgende minister om het convenant nieuw leven in te blazen.
De zes organisaties blijven samenwerken met individuele Nederlandse supermarkten en levensmiddelenbedrijven. De zes organisaties hebben eerder wél IMVO-convenanten afgesloten en zijn betrokken bij de uitvoering. Het ondermaatse voorstel voor het voedingsmiddelenconvenant dreigt de standaard voor volgende convenanten aan te tasten.
De IMVO-convenanten zijn een initiatief van demissionair minister Ploumen om Nederlandse bedrijven uit hoge risico sectoren, de overheid, vakbonden en maatschappelijke organisaties nieuwe overeenkomsten te laten sluiten, waarin respect voor mensenrechten en milieu in internationale ketens het doel zijn. Hierbij zijn internationale normen zoals de OESO Richtlijnen, de UNGP Principes en de ILO Conventies centraal. De Nederlandse voedingsmiddelensector wordt in een KPMG onderzoek uit 2014, uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse overheid, aangeduid als één van de 13 sectoren met een hoog risico op mensenrechtenschendingen en milieuschade. De gesprekken voor het IMVO convenant voedingsmiddelen worden sinds september 2015 gevoerd. Sinds september 2016 vinden officiële onderhandelingen plaats, ondersteund door de Sociaal-Economische Raad (SER).